('schikking) v. (-en)
1. [schikken I 3] ordening, rangschikking: de van de gasten aan een feesttafel; de van de personen op een schilderij.
2. [schikken II 2] overeenkomst waarbij van weerszijden wat wordt toegegeven: een treffen.
Syn. ➝ akkoord.