(op'recht) bn. en bw. (-er, -st)
1. wezenlijk: -e Haarlemmer olie.
Syn. ➝ echt.
2. welgemeend, ongeveinsd: -e liefde.
3. eerlijk, rechtschapen: een man; in handel en wandel; een hart; zeg nu eens -, wat is er gebeurd?
Syn. ➝ openhartig.