oprecht
oprecht - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-recht 1. wie de waarheid spreekt en niet bedriegt ♢ hij was oprecht toen hij zei dat hij het niet gedaan had 1. oprecht verontwaardigd zijn [heel erg]...
Muiswerk Educatief (2017)
oprecht - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: op-recht 1. wie de waarheid spreekt en niet bedriegt ♢ hij was oprecht toen hij zei dat hij het niet gedaan had 1. oprecht verontwaardigd zijn [heel erg]...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. ongeveinsd, welgemeend : waar werd oprechter trouw ter wereld ooit gevonden dan tussen man en vrouw? (Vondel); — (van personen) rechtschapen, eerlijk ; bep. niet liegende : zij is altijd oprecht; oprecht gesproken ; — bw. : oprecht voor de waarheid uitkomen ; — te goeder trouw: ...
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (1 eerlijk; te goeder trouw; 2 echt, wezenlijk): 1. oprecht zijn in handel en wandel; een oprecht hart; vertel nu eens oprecht; oprechte liefde, zuivere, ongeveinsde; 2. de oprechte Utrechtse theerandjes, echte.
Jozef Verschueren (1930)
(op'recht) bn. en bw. (-er, -st) 1. wezenlijk: -e Haarlemmer olie. Syn. ➝ echt. 2. welgemeend, ongeveinsd: -e liefde. 3. eerlijk, rechtschapen: een man; in handel en wandel; een hart; zeg nu eens -, wat is er gebeurd? Syn. ➝ openhartig.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw. (-er, -st), 1. echt, waar, zuiver; nog in namen als: oprechte haarlemmerolie; 2. ongeveinsd, welgemeend: ik betuig u mijn oprechte dank; 3.(van personen) rechtschapen, eerlijk; m.n. niet liegend: zij is altijd oprecht, een oprecht gemoed, te goeder trouw: oprecht met iemand omgaan; 4. bw., hartgrondig, werkelijk welgemeend: iemand opre...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: