(ont'ruimən) (ontruimde, heeft ontruimd)
1.een ruimte van de aanwezigen ontdoen : de politie heeft de zaal doen -.
2. een militair bezette plaats, streek verlaten: een stad,het Rijnland -. Tgst.bezetten.
3.verlaten : jok en lach doet de zorg het hart -.