Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Man

betekenis & definitie

I

m. (-nen) ➝ Hermanus (Joseph).

II (mæn) Engels eiland, 572 km2, 50000 inw.

III

1. (Hendrik de) Vlaams socialist, ° 17 nov. 1885 te Antwerpen, was hoogleraar te Brussel, ✝ 1953 in Zwitserland; schreef o. a. Zur Psychologie des Sozialismus, Opbouwend Socialisme, Het plan De Man. 2. (Herman de) eig. Hamburger (Salomon Herman) Nederlands letterkundige, ° 11 juli 1898 te Woerden, ✝ 15 nov. 1946 te Amsterdam bij een vliegtuigongeluk; schreef boerenromans o. a. Aardebanden, Rijshout en Rozen, Het wassende water. Meester Lampelaar, Maria en haar timmerman.