Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

klop

betekenis & definitie

m. (-pen; -je) [~ klap]

I. Eig. het → kloppen nl.
1. doffe slag : een op de deur geven.
2. slaag : geven, krijgen ; de vijand heeft gehad, is verslagen; tegen een kunnen, iets kunnen verdragen.

II. Metn. geklopt, geslagen teken op een muntstuk : een geldstuk met twee -jes ; de is erop [klop op een vroeger muntstuk van 23 stuivers], hij, zij is 28 jaar.

< >