v. en o. (-en; -tje)
[Fr.corvée < Lat. corrogata, oproeping nl. tot verplichte arbeid]
I. Eert. verplichte onbetaalde arbeid: -en opleggen.
II. Tgw.
1. Algm. karwats (buitentijds) te verrichten arbeid: buiten de gewone werkuren verrichten; naar of op de gaan; op (de) komen; dat lijkt me een -tje voor jou! een ambachtsman op -, aan een werk, buiten de werkplaats; ergens een goede aan hebben, een voordelig zaakje, een buitenkansje.
2. Inz. moeilijk, vervelend werk: dat is een hele -! ook een aardig, lekker, mooi. schoon, zoet -tje!