karwei
...
Van Dale Uitgevers (1950)
v. en o. (-en), 1. werk, bepaalde taak, door een handwerksman te verrichten of aan hem opgedragen, vooral in de verkleinvorm: een karweitje voor de timmerman, voor de schoenmaker; ook in de zin van aangenomen werk: hij heeft een grote karwei aangenomen; 2. werk dat een baas door een of enige van zijn knechts buiten de winkel laat uitv...
Wiktionary (2019)
karwei - Zelfstandignaamwoord 1. een klus of hoeveelheid werk die gedaan of afgerond moet worden ♢ Dat is een behoorlijk karwei, hoor! 2. slachtafval karwei - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van karweien ♢ Ik karwei...
Muiswerk Educatief (2017)
karwei - zelfstandig naamwoord uitspraak: kar-wei 1. een afgerond stuk werk ♢ het karwei is klaar hoor! Zelfstandig naamwoord: kar-wei het karwei de karweien ...
Marc de Coster (2007)
Karwei -gestorven op een groot karwei: in een bordeel gestorven. Eufemisme onder ambulancepersoneel.
Marc de Coster (1998)
1. het - afmaken,in politieke kringen een cliché- uitdr. voor ‘het vervullen van zijn taak, opdracht’. De succesvolle CDA-verkiezingsleuze uit 1986, verzonnen door reclameman Paul Steenhuisen, luidde Laat Lubbers zijn karwei afmaken(afgeleid van het Amerikaanse let Reagan finish hisjob).Men zegt ook wel het karwei klaren. Lubbers mag zijn karwei af...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., kerwei (it), krewei (it); zwaar —, heikerwei (it), heikeraezje, piel put, plôk; het is een hachelijk —, it is in hangizer om oan to gean; dat wordt een heel —, dat wurdt in taeije sneed; -tje, putsje (it); kleine -tjes doen, piele pantsjerove, gnúskje, knúskje, ompa...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: