(ja'va:nsə) v. kunst op Java ontstaan.
Enc. In de ontwikkeling der Javaanse kunst kan men vier tijdperken onderscheiden.
1. Het tijdperk van eigen ontwikkeling, de wording der kunst,
2. Het Indisch tijdperk, de bloeitijd, die naar Indische voorbeelden, prachtige tempels,
o. a. de Boroboedoer (IXde eeuw), afgodsbeelden en bronzen voorwerpen, o. a. keteltrommen voortbracht.
3. Het tijdperk van de islam die de kunst deed verslappen.
4. Het tijdperk der Europeanen. Deze wisten hun kunst niet aan de Javaanse aan te passen. Op het gebied der beeldende kunsten heeft alleen het Indisch tijdperk meesterwerken voortgebracht, terwijl op dat der kunstnijverheid vooral het batikken der Javanen hoog wordt geschat.
