('huis) v. (-en; ...dinkje)
1. Eig. het huishouden (Al): de doen.
2. Metn. huisgezin : een hebben.
3. Metf. orde van staat, zaken : de der dieren. der natuur.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
('huis) v. (-en; ...dinkje)
1. Eig. het huishouden (Al): de doen.
2. Metn. huisgezin : een hebben.
3. Metf. orde van staat, zaken : de der dieren. der natuur.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: