('hongәrәn) (hongerde, heeft gehongerd)
1. honger lijden: het hongert mij; vervloekte gierigheid die hongert om te sparen; en als de veerschuit geen brood brengt, de reuzen (op Marken).
2. sterk verlangen: en dorsten naar de gerechtigheid.
3. honger, eetlust wekken: het hongert in deze streek geweldig.