Hongeren
(hongerde, heeft gehongerd), 1. honger lijden : die nooit at, hongerde nooit; — eert. onpers.: mij hongert, ik heb honger ; en als hij 40 dagen en 40 nachten gevast had, hongerde hem ten laatste (Matth. 4:2); 2. (fig.) hongeren naar iets, er een sterke begeerte naar hebben: zalig zijn die hongeren en dorsten naar de gerec...