('hannibal) [Punisch : geschenk van Baäl] veldheer, ° 246 v. K. te Carthago, kwam als knaap met zijn vader,Hamilkar Barkas, naar Spanje, dat hij 221-219 tot aan de Pyreneeën onderwierp.
Zijn verovering van Saguntum 219 gaf aanleiding tot de Tweede Punische Oorlog (218-201); hij trok over de Alpen, wsch. over de Mont Cenis versloeg de Romeinen onder C. Scipio 218 bij de Ticinus en de Trebia, onder Flaminius 217 bij het Trasimeense Meer, werd door Fabius Maximus in zijn bewegingen gehinderd, maar bracht 216 Varro en Aemilius Paulus de verpletterende nederlaag bij Cannae toe en overwinterde te Capua. Na de inneming van deze stad door de Romeinen, na een eigen tocht tot vóór de poorten van Rome en de nederlaag van zijn broeder Hasdrubal 207 bij de Metaurus, trok Hannibal zich naar de zuidwestelijke punt van Italië terug. In 203 keerde hij terug (onder weg dood van zijn broeder Mago) naar Carthago, dat door Scipio Africanus bedreigd was. Hij werd door deze 202 bij Zama verslagen en moest afstand doen van alle bezittingen, buiten Afrika. Om niet aan de Romeinen uitgeleverd te worden, vluchtte hij 195 naar Antiochos de Grote van Syrië, en na diens nederlaag in de Syrische Oorlog, naar Proesias van Bithunië. waar hij 183 vergif innam.