Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

grot

betekenis & definitie

v. (-ten; -je) [Fr. < Lat. crypta)

1. grote (onderaardse) ruimte in de bergen: de van Han; de blauwe op het eiland Capri; de grootste in Europa is de onderaardse tussen Hongarije en Tsjechoslovakije, waarlangs men van het ene land in het andere kan komen. Syn. bol, spelonk.
2. Metf. nabootsing daarvan: in het park heeft men een -.

< >