I.
(gri:t) v. (-en) [(Mar)griet] soort van appel : de Zeeuwse -.
II. (gri:t) v. (~en) op de tarbotgelijkende platvis, van boven roodachtig grijsbruin met donkerbruine vlekken en witte spatten [Pleuronectes rhombus). III. (gri:t) m. (-en) grutto. →: koekoek.