Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Gotisch

betekenis & definitie

('go:tis)

I. bn.
1. van, betreffende de Goten : de –e taal.
2. g o t i s c h
a. van, eigen aan, betreffende de gotiek : –e ornamenten.
b. in gotische stijl.
3. Boekdr. scherphoekig in de trant van de gotische stijl : –e →: drukletter; het tegenwoordige Duits letterschrift is een bastaardvorm van het – schrift.

II. o. Gotische taal : de klanken van het –.

< >