Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

goddeloos

betekenis & definitie

I. bn. en bw. (...lozer, -t)

1. aan geen God (goden) gelovend: een mens.
2. slecht, zedeloos: een werk; leven.

Syn. zondig.

3. erg, vreselijk: een spektakel maken.

Tgst. ➝ godsdienstig.

II. bw. in zeer hoge mate: verveeld III. tw. uitroep van verbazing: wat een leven!