('ge:vəl) m. (-s; -tje) [~ Gr. kephalè, hoofd; bovenste stuk van een muur in een driehoek uitlopend] buitenmuur van een gebouw inz. van voren : een huis heeft vier -s, de voor- en achtergevel en de twee zijgevels; punt-, topgevel. Gez. Amsterdams -tje, licht en bros koekje in de vorm van een Amsterdams geveltje, een nieuwe specialiteit van die stad; een vliegende -, die een weinig vooroverhelt; een goede versiert het huis, hij heeft een grote neus.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk