('ge:nəstet) (Petrus Augustus de) Nederlands dichter, * 21 nov. 1829 te Amsterdam, remonstrants predikant te Delft, nam, na het verlies van vrouw en kind, ontslag als predikant en vestigde zich te Amsterdam, ✝ 2 juli 1861 te Rozendaal; schreef o. a. geestige vertellingen als Fantasio (1848) en St.-Nicolaasavond (1849); gedichten als Eerste Gedichten (1851), Leekedichtjes (1860), Laatste der Eerste (1861) en een lezing Over Kinderpoëzie (1857). In zijn zangerige verzen is geen somberheid, wel stille weemoed en smart; geen bitterheid, wel humor en dartele spot; geen haat of verachting, wel verontwaardiging, de Genestet was een der geliefdste volksdichters in de tweede helft der XIXde eeuw.
Thans wordt hij vooral nog op de scholen gelezen.