Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

gekheid

betekenis & definitie

v. (...heden; -je)

I. Eig. het gek. dwaas zijn: van niet weten wat men doet.

II. Metn. wat gek is nl.

1. doen, begaan, bedrijven; een noodlottige, onherstelbare -; allemaal -!

Syn. ➝ aardigheid.

2. wat is dat voor -!
3. schei uit met die -! geen verdragen kunnen, verstaan; zonder -! iets uit zeggen; maken.

Syn. ➝ boerten; alle - of gekken op een stokje [gekstok, marot van de nar] ter zijde, in ernst gesproken.

Syn. ➝ boert.

< >