Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

geheim

betekenis & definitie

[Mned. heem, huis]

A. bn. en bw. (-er, -st)
1. voor anderen verborgen: een -e lade; een -e zaak, ziekte; een verbond; blijven; iets houden; een -e wetenschap.

Syn. heimelijk.

2. in het verborgen plaatshebbend: een -e raadszitting; een konsistorie; iets behandelen.
3. slechts aan weinig ingewijden bekend; een -e wetenschap.
4. in het verborgen werkzaam: een -e raad; de -e politie; een beschermer; in komitee; dat is in zijn werk gegaan; -e genootschappen.
5. duister, moeilijk te doorgronden: een -e kracht; een voorgevoel.
6. geheimhoudend: hij is er erg mee, zelfs jegens mij.

Tgst. openbaar, publiek.

B. o. (-en; -pje)
I. Eig. het geheim zijn o. a.
1. in het bespreken.

Tgst. in het openbaar; in diep -; met alle mogelijk -.

2. geheimhouding: het diepste over iets bewaren.

II. Metn.

1. wat geheim is o. a.
a. a. Algm.: een gewichtig, groot, ontzettend, vreselijk, zoet -; een afluisteren, afvleien, bewaren, mededelen, ontdekken, openbaren, overbrengen, te weten komen, toevertrouwen, uitbrengen, verklappen, verraden; dat is een diep -, spreek er met geen sterveling over; een komt of lekt uit, ontglipt iemand, wordt ruchtbaar; geen van iets maken; -en voor iemand hebben; een omhult iets, schuilt in of achter iets; de draad, de sleutel, de sluier, het zegel van een -; een openbaar, publiek -; een zaak die geheim moest zijn, maar toch algemeen bekend is; in iemands of in zeker zijn, er mede bekend zijn.
b. Inz. geheim, aan vele anderen onbekend middel: spaarzaamheid is het om rijk te worden.
b. a. meestal mv. duistere of moeilijk te doorgronden zaak: de -en der natuur; in de -en van een kunst ingewijd.
b. mysterie: de -en van de godsdienst.
2. geheimpje, geheime samenkomst: met iemand -pjes hebben.

< >