Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

gebod

betekenis & definitie

o. (-en)

1. openbare bekendmaking van een voorgenomen huwelijk: het eerste, tweede, derde -; de -en stuiten, door het inbrengen van bezwaren, maken dat het huwelijk niet doorgaat onder de -en staan, zijn, in ondertrouw zijn.

Syn. huwelijksaankondiging, huwelijksafkondiging, roep.

2. Deft. het gebodene: een menselijk, goddelijk -; een hard, gestreng, uitdrukkelijk -; een geven, uitvaardigen; een betrachten, nakomen, ten uitvoer brengen, volbrengen, de tien -en Gods, door God aan Mozes op de berg Sinaï gegeven; met zijn tien -en eten, met zijn vingers. ➝ God.

Syn. ➝ beve.

< >