Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

flegma

betekenis & definitie

o. [Gr. phlegma, slijm, aan de invloed waarvan, vroeger de te noemen gemoedsgesteldheid werd toegeschreven] trage kalmte, blijkbaar ongevoelige gelijkmoedigheid: hij luisterde naar het verhaal van de ramp met het grootste -.

Syn. koudheid, onverschilligheid. Tgst. ➝ aandoening.

< >