Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

filter

betekenis & definitie

m. en o. (-s; -tje) [Fr filtre ~ vilt]

1. Algm. toestel, inrichting met een poreus of ander doorlatend lichaam, om vocht te laten doorzijgen.
2. Inz.
a. filter om een vocht te zuiveren: een voor drinkwater.
b. glas met een van gaatjes voorziene cilinder, waar koffie door zijgt: een bestellen.

II. Uitbr. doorzichtig tussenschot in vaste of vloeibare toestand, met een nauwkeurig afgestemde spektroskopische kleur, gebruikt bij de kleurenfotografie en bij de reproduktie van kleurendrukken.

< >