Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

dwaasheid

betekenis & definitie

('dwa:sheit) v. (...heden)

1. Eig. het dwaas zijn.
2. Metn. uiting van dwaasheid : ...heden uithalen, verkopen; bergt meer wijsheid, dan menig wijs bevroeden kan ; de heeft arendsvleugelen, maar uilsogen, men heeft vlugger een dwaasheid begaan dan ze bemerkt.

< >