('do:t) v. straf in de dood bestaande. Enc. De doodstraf is sedert de vroegste oudheid in gebruik onder de vorm van stenigen, verbranden, onthoofden, worgen of ophangen door de beul, wiens bedrijf vroeger als eerloos werd beschouwd.
Bij de Grieken liet men sommige ter dood veroordeelden o. a. Sokrates, de giftbeker drinken. In Rome was, naast de genoemde vorm, ook het werpen van de Tarpeïsche rots, het verdrinken in de Tiber en, inz. voor de kristenen, het verscheurd worden door wilde dieren in het Colosseum, gebruikelijk. Ten tijde van de Franse Revolutie werd de guillotine ingevoerd. In de Verenigde Staten wordt de elektrokutie toegepast. Bij militaire misdrijven wordt de veroordeelde doodgeschoten.
De doodstraf is, althans in de burgerlijke wetgeving, afgeschaft in Denemarken, Griekenland, Portugal, Nederland (sinds 1870), Roemenië, Noorwegen en in vele Zwitserse kantons. Het grootste argument tegen de doodstraf is dat, bij een rechterlijke dwaling, die nimmer is uitgesloten, geen herstel mogelijk is.