('dondər) m. (-en)
I. Eig. slag van de donder : bliksemschichten en -en; als door een getroffen, plotseling, verpletterend getroffen. -
II. Metf.
1. luid weerklinkende slag : een bulderende -.
2. schokkende gebeurtenis : de dood van haar zoon was voor die arme moeder een -.