Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

donderdag

betekenis & definitie

('dondər) m. (-en) [Donar] vijfde dag der week : des -s; op élke -. Gez.

Groene [toen men vroeger koeken, met groene kruiden toebereid, nuttigde] Witte Donderdag ; vette -, donderdag vóór Aswoensdag ; Witte -, donderdag vóór Pasen, wanneer kruis, altaar en priestergewaden in het wit zijn.

< >