m. en o. [Lat. caementum, blok, steen < caedere, houwen]
I. Eig. grijze, poedervormige metselstof bestaande uit een mengsel van kalk en kleiachtige stoffen: wordt in water hard als steen.
II. Metf.
1. beenachtige laag om de wortel van een ➝ tand.
2. innige verbinding: het geloof is het der Kerk.