Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

cedel

betekenis & definitie

v. en o. (-s; -tje) [Fr. cédule < Lat schedula, briefje]

1. Algm. schriftelijke kennis-, lastgeving, bewijsstuk: iets op vertoon van een leveren.
2. Inz.
a. schriftelijke opsomming: een met te leveren waren; een hele -, een lange reeks.
b. schriftelijke opsomming van voorwaarden, bij een overeenkomst van niet lange duur.

Syn. lijst, register, rol.

< >