o. (-ten; -je) [Fr.]
I. Eig. afdruk in was, lak, leder, metaal enz. van een wapen, naamcijfer of ander teken, tot waarmerk van oorsprong, zegel: een op een akte, een fles; zijn drukken op, hechten aan iets, er zijn goedkeuring aan geven.
II. Metn. stempel om een dergelijk zegel te vervaardigen: een zilveren -. III. Metf.
1. kenmerk: een leerling met eigen -.
2. karakter van iets biezonders, distinktie: dat geeft -; dat gebouw heeft een zeker -.