Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

Brabant

betekenis & definitie

('bra:bant) o. [Bra(ke), oude naam der Zenne + bant, landstreek]

1. Eert. hertogdom.
2. provincie in Nederland. → Noordbrabant.
3. provincie in België.
1. Aardrijkskundig.

Oppervlakte. 3283 km2. Bodem. In het noorden laag, de rest vruchtbaar golvend heuvelland (klei), met de Pellenberg (104 m) en als hoogste punt 174 m, bij de bronnen der Gete. Bevolking 1 648 149 inw. Vlamingen (waarvan 4% Frans verkiezen, vooral in Brussel) en Walen in het arrondissement Nijvel. Landbouw.

Tarwe, gerst, aardappelen, suikerbieten; druiven en groenteteelt in kassen in de streek van Overijse. Veeteelt. Brabantse paarden. Nijverheid. Allerlei nijverheid in Groot-Brussel weef- en metaalnijverheid langs de Zenne; suikerfabrieken in het zuiden. Handel.

Centrum : Brussel Administratieve indeling. Drie arrondissementen Brussel, Leuven, Nijvel.

Brabant heeft 1 stad van bijna 1 miljoen inw. : (Groot-)Brussel; 1 gemeente met meer dan 100 000 inw.: Schaarbeek ; 6 gemeenten met 50-100 000 inw.: Elsene, Anderlecht, St.-Jans-Molenbeek, St.-Gillis, Ukkel, Etterbeek’, 6 gemeenten met 25-50 000 inw. : Vorst, Leuven, Jette, St.-Lambrechts-Woluwe, St.-Joost-ten-Node, Vilvoorde; 17 gemeenten met 10-25 000 inw. : Tienen, St.-Pieters-Woluwe, Watermaal-Bosvoorde, Oudergem, Halle, Evere, Kessel-Lo, Koekelberg, Eigenbrakel (Braine-l’Alleud), Heverlee, Nijvel (Nivelles), St.-Agatha-Berchem, Aarschot, Asse, St.-Pieters-Leeuw, Ganshoren, Overijse. De kursief gedrukte gemeenten horen bij Groot-Brussel.

2. Geschiedkundig. Door welke volksstammen Brabant in de oudheid bewoond was, is niet uit te maken In de middeleeuwen werd het door de Salische Franken bezet, maakte deel uit, eerst van Austrasië, later van Lotharingen en vormde sinds de Xde eeuw het graafschap Leuven, sinds de XIIde het hertogdom Brabant. Sedert de XIde eeuw vormde Antwerpen en omgeving het markgraafschap Antwerpen, dat met het graafschap was verbonden, terwijl de heerlijkheid Mechelen bij het prinsbisdom Luik behoorde. Toen in de xvde eeuw, Filips de Goede, met de meeste andere Nederlandse gewesten, ook Brabant onder zijn macht verenigde, werd het het middelpunt van het Boergondische Rijk, later van de Zeventien Provinciën. Gedurende de Tachtigjarige Oorlog verloor Spanje Noordbrabant aan de Verenigde Nederlanden; Zuidbrabant bleef een hertogdom, dat evenals de rest der zuidelijke provinciën, achtereenvolgens onder Oostenrijkse en Franse heerschappij kwam. De troonopvolger in België heet nog hertog van Brabant.

Graven van Leuven later Hertogen van Brabant Graven van Leuven

1. Lambrecht I 977
2. Hendrik I < 1 1015
3. Otto < 2 1038
4. Lambrecht II < 1 1040
5. Hendrik II < 4 1063
6. Hendrik III < 5 1079

Hertogen van Brabant

7. Godfried I 1095
8. Godfried II < 7 1140
9. Godfried III < 8 1142
10. Hendrik I < 9 1190
11. Hendrik II < 10 1235
12. Hendrik III < 11 1248
13. Jan I < 12 1261
14. Jan II < 13 1294
15. Jan III < 14 1312
16. Joanna < 15 1355
17. Antoon van Boergondië

achterkleinzoon van 15 1404

18. Jan IV < 17 1415
19. Filips van St.-Pol < 17 1427

Filips de Goede 1430

< >