Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 29-06-2020

blussen

betekenis & definitie

('blussən) (bluste, heeft geblust) [be + lessen]

1. doen ophouden te branden, uitdoven : een brand -, ook Fig. een zaak verhelpen. Syn. dempen, doven, lessen, smoren, stelpen, stillen, stuiten, uitdoen, uitdraaien. Tgst. → aandraaien.
2. door het begieten met water, het bijtend vermogen ontnemen : kalk -.
3. plotseling afkoelen : gloeiend ijzer -.
4. doen ophouden, vernietigen : iemands lust, verlangen -.

< >