('bikkən) (bikte, heeft gebikt) [~ bek]
1. Gemz. eten : er is hier niets te -; niets te - of te bijten hebben, doodarm zijn.
2. met een puntig voorwerp hakken : een muur om er het witsel van te verwijderen; ketelsteen uit een stoomketel -. Syn. →: beuken. 3. billen : molenstenen -.