(bewerkte, heeft bewerkt)
1. door werken, zekere veranderingen doen ondergaan: ertsen -.
2. landbouw uitoefenen op: de grond -.
Syn. bebouwen.
3. een vorm geven aan: hout -; iets fraai -.
4. wetenschappelijk bearbeiden: dat proefschrift is met zorg bewerkt.
Syn. behandelen.
5. tot stand brengen: dat zal een hele verandering -; de vrede -.
Syn. bewerkstelligen, teweegbrengen, uitvoeren, uitwerken, veroorzaken, volvoeren.
6. tot een bepaalde gezindheid weten te brengen: de kiezers voor de stemming -.
7. er aan werken om op te lossen: een rekenkundige opgave -.