(bə’stek) o. (-ken) [besteken II]
I. Eig. 1. Algm. Veroud. het besteken. 2. Inz. dagelijkse bepaling der aardrijkskundige plaats waar een schip zich op zee bevindt: het opmaken. -
II. Metn. ruimte : veel in een klein bijeenbrengen. III. Metf. 1. Algm. ontwerp, plan : dat ligt buiten het -. 2. Inz. definitief ontwerp met bijhorende beschrijving : een architekt maakt een -; het ligt ter inzage. Syn. ontwerp, plan.