Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

bazuin

betekenis & definitie

(ba'zuin) v. (-en) [Lat. bucina, jachthoorn

I. Eig. trompet met diepe, volle, prachtige klank, bij de Israëlieten veel in gebruik : op de blazen; bij het Laatste Oordeel zullen de -en schallen ; de steken, iemands lof verkondigen. Syn. hoorn, trompet.

II. Metf.

1. geelkoperen schuiftrompet ; de -en schetteren.
2. een der krachtigste orgelregisters.

bazuinblazer (ba'zuin) m. (-s).

< >