Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

batterij

betekenis & definitie

(battə'rij) v. (-en) [Fr. batterie < Lat. battuere, slaan]

1. Eig. enige stukken zwaar geschut te zamen opgesteld : een opwerpen, laten spelen, tot zwijgen brengen; in komen, gaan schieten.

II. Metn.

1. verdedigingswerken waarachter dat geschut is geplaatst.
2. gevechtseenheid der artillerie bestaande uit een aantal kanonnen met de bediening.

III. Metf. Natk. samenstel van elementen tot ontwikkeling van elektriciteit : een voor een zaklantaren ; de van een → automobiel.

batterijpoort v. (-en).

< >