Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

barsten

betekenis & definitie

('barstən) (barstte, is gebarsten) [〜breken]

1. een of meer barsten krijgen : een ijzeren pot kan -.
2. geheel of gedeeltelijk vaneen-, stukgaan : die lei is gebarsten; tot ~s toe vol. gevuld. → buigen.
3.met geweld uit elkaar springen : een boom barst; barst! platte verwensing.
4. een bepaalde geweldige aandoening hebben van lachen;-van spijt.

< >