(a:ziə) o. [As. Assoe, zonsopgang, in tegenstelling met → Europa] grootste der vijf werelddelen.
I AARDRIJKSKUNDIG
1. Oppervlakte.
42.000.000 km2 (1/3 der landoppervlakte van de aarde).
2. Bodemgesteldheid.
Geweldig bergland in het midden, dat zich naar het oosten toe waaiervormig ontplooit. Daar omheen : laagvlakten, en in het zuiden drie bergachtige schiereilanden. Hoogste berg : Mount Everest, 8840 m, hoogste berg der aarde.
3. Klimaat.
Koud in het noorden (Verchojansk : -69° C.); vastelandsklimaat in het midden; tropische moessongordels in Indië en Zuid-China met regenrijke zomers (Bengalen 1163 cm) en droge winters.
4. Plantenrijk.
Toendra en woud in het noorden ; steppen en woestijnen in het midden; bouwland vooral in het oosten (China, Japan) en het zuiden (Indië).
5. Dierenrijk.
Azië is de bakermat der meeste huisdieren. In het noorden : rendier, poolvos, ijsbeer, wolf, hermelijn, sabeldier; in het midden : kameel, geit, paard, jak ; in het zuiden : roofdieren, inz. tijger, panter, leeuw, olifant, krokodil en slangen ; ook pauw en zijderups.
6. Bevolking.
1.869.100.000 inw. ( 3/5 der mensheid), 31 per km2. → STAT. aarde. 3/5 behoren tot het gele, 1/3 tot het blanke, 1/20 tot het bruine ras.
7. Middelen van bestaan. Vooral landbouw en veeteelt; in Siberië pelsjacht; op de eilanden visserij; in Indië, China, Japan, Malaka, ook mijnbouw. Naast de huisnijverheid ontwikkelt zich de grootnijverheid in de grootste steden.
8. Godsdiensten. 1/2 boeddhisten, 1/4 brahmanen.
180.000.000 mohammedanen, 20.000.000 kristenen, 1.000.000 Joden.
9. Staten. De meeste landen zijn thans (1948) j onafhankelijke staten of zullen het weldra worden.
II GESCHIEDKUNDIG
1. Oudheid en Middeleeuwen.
Alleen West-Azië, de wieg van het menselijk geslacht, was de Ouden bekend. Na de val der beroemde Assyrisch-Babylonische, Medische en Perzische Rijken, werd het achtereenvolgens door de Grieken (die in de IVde eeuw v. K. onder ALEXANDER de Grote tot Indië doordrongen, door de Romeinen, de Arabieren en de Turken onderworpen. In de IIde eeuw n. K. zond MARCUS AURELIUS een gezantschap naar China; in de VIIde doorkruisten de Nestorianen, op hun bekeringstochten, Midden-Azië en in de XIIIde kwam MARCO POLO aan het hof te Peking. TIMOER LENG (TAMERLAN) veroverde op het einde der XIVde en in het begin der xvde eeuw langzamerhand de meeste Mongolenrijken van Midden-Azië.
2. Nieuwe Tijd.
Sinds de ontdekking van de nieuwe zeeweg op Indië door Vasco DA GAMA (1498), vorderde de kennis der kustlanden en eilanden in het zuiden en het oosten zeer. In 1521 ontdekte MAGELHAENS de Filippijnen; in 1600 werd de Engels-Indische Kompagnie gesticht, in 1602 de Nederlands-Indische. Weldra verdreven de Nederlanders er de Engelsen, de Portugezen en de Spanjaarden. Sedert de xvde eeuw drongen de Russen meer en meer in het noorden door en in de XIXde eeuw kregen de Fransen bezittingen in het zuidoosten. BARENDSZ (N. N.) in de XVIde. BERING, NIEBURH, LAPÉROUSE in de XVIIde eeuw, hebben verschillende gedeelten van Azië onderzocht.
3. Nieuwste Tijd.
Onder de meest bekende Aziatische ontdekkingsreizigers der XIXde eeuw zijn te vermelden : WRANGEL, VON HUMBOLDT, VON RICHTHOFEN, NORDENSKJÖLD, HEDIN, VISSER (N. N.), BANSE, ANDREWS, TRINKLER. Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) heeft de Volkenbond gedeelten van het vroegere Turkse Rijk, als mandaatgebieden ten bestuur gegeven : Irak, Palestina en Transjordanië aan Groot-Brittannië, Syrië aan Frankrijk. Sindsdien ontwaakten bij de Aziatische volken meer en meer het nationaal gevoel en het streven naar onafhankelijkheid. Reeds in 1932 werd Irak zelfstandig. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bezette Japan een groot gedeelte van Oost-Azië, maar werd door de Geallieerden verslagen.
Na die oorlog werden alle landen van Azië, die nog niet onafhankelijk waren, (zo goed als) zelfstandig. Syrië en de Libanon zijn sedert 1941 onafhankelijke republieken. Transjordanië verhief zich 1946 tot zelfstandig koninkrijk, en de Britten verlieten 1948 Palestina dat thans (1948) onder de Arabieren en de Joden is verdeeld. Om tegen welke aanvaller ook sterk te staan, sloten zich de 7 Arabische staten, onder de leiding van Egypte, tot de → Arabische Liga aaneen. In 1947 ontstonden in Vóór-Indië twee Britse Dominions nl. Indië en Pakistan.
In 1948 werd Birma een onafhankelijke republiek, Ceylon een Brits dominion. Indochina tracht geheel onafhankelijk te worden van Frankrijk, Indonesië, van Nederland. Sedert 1946 zijn de Filippijnen en Korea zelfstandige republieken. In China, dat 1945 het eiland Formosa terugkreeg, zijn in Mantsjoerije vijandelijkheden tussen kommunistische en regeringstroepen nog steeds aan de gang. Japan is sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog beperkt tot zijn vier grote eilanden en de Rioe Kioe Eilanden, terwijl de Russen geheel Sakhalin evenals de Koerden, de Verenigde Staten de vroegere Japanse eilanden in de Grote Oceaan bezetten.