(’armə)
1. m. en v. (-n) Eig. arme persoon: de -n helpen, ondersteunen; aan de -n aalmoezen uitdelen; huiszittende -, huisarme. Tgst. rijke.
2. m. Metn. armbestuur: van de trekken, begraven worden.
Gepubliceerd op 24-06-2020
betekenis & definitie
(’armə)
1. m. en v. (-n) Eig. arme persoon: de -n helpen, ondersteunen; aan de -n aalmoezen uitdelen; huiszittende -, huisarme. Tgst. rijke.
2. m. Metn. armbestuur: van de trekken, begraven worden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: