Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

Ambrosius

betekenis & definitie

(am'bro:zius) (H.) kerkleraar, ° omstr. 340 te Trier. 374 bisschop van Milaan; noodzaakte tot boete keizer Theodosius I, die bij een opstand te Thessalonika (390), 7000 mensen had laten ombrengen ; werkte aan de bekering van Augustinus; voerde de Ambrosiaanse zang in. † 397 ; feest : 7 dec. Als mansnaam ook : Ambroos.

Broos. ➝ godgeleerdheid.

< >