Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

altaar

betekenis & definitie

('alta:r : Dicht, en Verh. al'ta:r) m. en o. (altaren: -tje) [Lat. altus, hoog] verheven offertafel inz. in een katoliek kerkgebouw : een vast -; soorten van altaren zijn hoofd-, hoog-, zijaltaar; ciborium-, vleugelaltaar, draag-, reisaltaar. Gez. (een meisje) naar het -, ten ...tare geleiden,voeren, huwen; geprivilegieerd -, altaar waaraan het altijddurend voorrecht is verbonden van een volle aflaat ten voordele van de ziel voor wie de mis wordt opgedragen : offeren op het des vaderlands, gewillig voor het vaderland ten offer brengen. ➝ haardstede.

Syn. outaar, outer.

< >