Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

alsof

betekenis & definitie

(alz'of) vgw. gelijk, indien : hij sprak hij er alles van wist; doen, zich aanstellen, zich gelaten, zich houden, zich voordoen, er uitzien -. Gez. hij niet beter wist, hij wist immers wel beter; hij zeggen, vragen wilde, op die toon, met die gebaren die als 't ware de uitdrukking zijn van dat gezegde, van die vraag; het is, schijnt - of onder de schijn -, het heeft er alle schijn van; zo, zodanig, eveneens ter versterking van het denkbeeld van overeenkomst.