('achtərən) bw. in uitdrukkingen :
I. naar -
1. naar de achterzijde (van iets), achteruit: iets naar schuiven
2. naar het achtergedeelte van het huis.
3. naar de bestekamer. -
II. ten -
1. een vroeger tijdstip aanwijzend dan het werkelijk is : de klok is vijf minuten ten -.
2. in een toestand van achterlijkheid : ten zijn, blijven, raken. -
III. van -
1. van de achterzijde van iets : van naar voren.
2. uit het achtergedeelte van het huis : van komen.
3. aan de achterzijde : iets van bekijken. ➝ zien.
4. na afloop : ’t blijkt nu van dat... Tgst. voren.