Wat is de betekenis van Achteren?

2024-04-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

achteren

achteren - Bijwoord 1. van ~ aan de achterzijde, vanaf de achterzijde Het huis is van achteren opnieuw geverfd. De agent werd van achteren aangevallen. 2. naar ~ in achterwaartse richting Zij kamde haar...

2024-04-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Achteren

bw., alleen na een vz.: hij ging naar achteren, achter in het huis; (ook) naar de bestekamer; — van achteren naar voren, van de achterzijde naar, tot de voorzijde; — aan de achterzijde: iemand liever van achteren zien dan van voren, hem liever zien gaan, dan zien komen; — van achteren gezien, achteraf,...

2024-04-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

achteren

(steeds met: ten, naar of van in vaste uitdrukkingen): van achteren naar voren, van de achterzijde naar de voorzijde; iem. liever van achteren zien dan van voren, liever zien gaan dan komen; van voren tot achteren, van het begin tot het einde, van alle kanten; ten achteren zijn, (uurwerken) een latere tijd aanwijzen dan het in werkelijkheid is, (pe...

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

achteren

('achtərən) bw. in uitdrukkingen : I. naar - 1. naar de achterzijde (van iets), achteruit: iets naar schuiven 2. naar het achtergedeelte van het huis. 3. naar de bestekamer. - II. ten - 1. een vroeger tijdstip aanwijzend dan het werkelijk is : de klok is vijf minuten ten -. 2. in een toestand van achterlijkheid : ten zijn, blijven, raken...

2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

achteren

achteren - ach'teren, bw., alleen na een vz.: hij ging naar —, achter in het huis huis; (ook) naar het toilet; van — naar voren, van de achterzijde naar, tot de voorzijde; aan de achterzijde: iemand liever van — zien dan van voren, hem liever zien gaan, dan zien komen.

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Achteren

ACHTEREN, bw. hij ging naar achteren, achter in het huis; (ook) naar de bestekamer; — zij kwamen van achteren naar voren, van de achterzijde naar, tot de voorzijde; — aan de achterzijde: iemand liever van achteren zien dan van voren, liever zijn hielen dan zijne teenen zien. hem liever zien gaan, dan zien komen; — van achteren g...