Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

abdij

betekenis & definitie

(ab'dij) v. (-en) klooster door een abt of abdis bestuurd, en waarvan de monniken of zusters stabiliteitsgelofte doen: de van → Affligem, van → Averbode; nullius (spr. nul'lius) [Lat. nullius (dioecesis) van geen enkel bisdom (afhankelijk)] abdij met een eigen onafhankelijk kerkelijk territorium, dat ten minste drie parochiën omvat.

< >