Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

klooster

betekenis & definitie

('klo:stər) o. (-s: -tje) [Lat. claustrum] verblijf voor religieuzen : de bliblioteek of boekerij, het dormitorium of de dormter, de eetzaal of de refter, de kapittelkamer of -zaal, de kerk, de kruisgang van een -. Gez. in een of het gaan, kloosterling(e) worden; op de -s reizen, op reis, bij vrienden, onderdak zoeken.

< >