('a:n) (spoorde aan, aangespoord)
I. (heeft)
1.met de sporen aandrijven : een paard -.
2. sterk aanzetten tot iets goeds : iemands ijver -; tot flinkheid -. Syn. zie: aandrijven (I 2).
3. met de trein snel sporen.
II. (is) met de spoortrein naderen : ze kwamen juist -.