Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-06-2020

aansluiting

betekenis & definitie

('a:n) v. (-en)

I. het aansluiten (I 4) : in aan, bij, op mijn voorstel...

II. 1. Eig. het aansluiten inz. van telefoon of treinen; in aan, bij, met; lokale, interkommunale -; de halen, missen; kan ik nog geen krijgen?

Metn. punt waar een aansluiting, inz. van wegen, plaats heeft.

< >